gekkigheid
- Geluid: gekkigheid (hulp, bestand)
- gek·kig·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gekkigheid | gekkigheden |
verkleinwoord | gekkigheidje | gekkigheidjes |
de gekkigheid v
- Dwaasheid, zotheid, idioterie.
- Hij wist van gekkigheid niet meer wat hij moest doen.
- Het woord gekkigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gekkigheid" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be