gelijkstemmen
- ge·lijk·stem·men
- samenstelling van gelijk en stemmen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gelijkstemmen |
stemde gelijk |
gelijkgestemd |
zwak -d | volledig |
gelijkstemmen [1]
- overgankelijk (muziek) een instrument op de juiste toonhoogte brengen
- Het woord gelijkstemmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.