• ge·schil
enkelvoud meervoud
naamwoord geschil geschillen
verkleinwoord geschilletje geschilletjes

het geschilo [3]

  1. geweldloos conflict, vaak politiek of diplomatiek met juridische aspecten.
    • Het geschil tussen België en Nederland inzake de IJzeren Rijn is vooralsnog niet beslecht. 
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]
  NODES