haarzelf
- haar·zelf
- samenstelling van haar en zelf
haarzelf
- derde persoon enkelvoud, versterkte vorm van haar
- Het maakt haarzelf niets uit.
1.
- Het woord haarzelf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "haarzelf" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be