• (IPA in voorbereiding)
  • ho·len·leeuw
enkelvoud meervoud
naamwoord holenleeuw holenleeuwen
verkleinwoord holenleeuwtje holenleeuwtjes

de holenleeuwm

  1. (roofdieren) Panthera spelaea   een uitgestorven diersoort, verwant aan de leeuw, die zo'n 3 m lang was. Hij was iets kleiner dan de nauw verwante Amerikaanse holenleeuw (Panthera atrox)
    • Sabeltandtijgers, holenleeuwen, reuzenschildpadden... hun uitsterven komt door de mens en niet door het klimaat. [1] 
  NODES