hondenbelasting
- hon·den·be·las·ting
- samenstelling van hond en belasting met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hondenbelasting | hondenbelastingen |
verkleinwoord |
de hondenbelasting v
- gemeentelijke belasting over hondenbezit
- Goed. Verder heb ik het lokale ondernemerschap gestimuleerd met subsidies en lagere lasten. Ik heb de hondenbelasting afgeschaft, de woz-belasting verlaagd, een mantelzorgnetwerk opgezet waaraan honderden vrijwilligers hebben meegedaan. Weet je hoeveel dat scheelt in de zorgkosten? Dat moeten we landelijk gaan implementeren: [2]
- Met een gemiddelde prijsdaling van 12,1 procent staan smartphones boven aan de lijst van goedkoper geworden producten en diensten. Telefoondiensten staan met een daling van 4 procent op de vijfde plaats, na hondenbelasting, financiële diensten en vervoer in het buitenland. De prijs van kranten, boeken en schrijfwaren steeg met 6 procent het meest in de vergelijking. [3]
1. gemeentelijke belasting over hondenbezit
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord hondenbelasting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Levander, AnnaMorten De Morten Trilogie deel 1 2014 ISBN 9789021455891 pagina 161
- ↑ Volkskrant 27 januari 2017