hondengeblaf
- hon·den·ge·blaf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hondengeblaf | - |
verkleinwoord | - | - |
- samenstelling van hond en geblaf met het invoegsel -en-
het hondengeblaf o
- het geblaf van een hond
- Noord-Koreaanse minister noemt woorden Trump hondengeblaf [1]
- Het woord 'hondengeblaf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.