• in·boos
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen inboos - -
verbogen inboze - -

inboos

  1. heel kwaad
    • Hij ging naar het open venster en zag met een inboos gezicht naar (...) [1]

Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en inboos.

  NODES