keerploeg
- keer·ploeg
- samenstelling van keer ww en ploeg zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | keerploeg | keerploegen |
verkleinwoord | keerploegje | keerploegjes |
- (landbouw) ploeg waarbij het rister afzonderlijk naar links of naar rechts gesteld kan worden en die daardoor zijn werk in twee richtingen (links- en rechtswerpend) kan verrichten
1. risterploeg die zijn werk in twee richtingen kan verrichten
|
- Het woord 'keerploeg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.