• klas·sen·vij·and
enkelvoud meervoud
naamwoord klassenvijand klassenvijanden
verkleinwoord

de klassenvijandm

  1. (politiek) iemand uit een andere maatschappelijke stand
     De enige klassenvijanden die beschikbaar waren op de Hardangervidda toen de spoorwegarbeiders 1 mei zouden vieren, wij waren ten slotte ingenieurs.[1]
     Half maart heeft De Boer naar eigen zeggen contact gezocht met de vakcentrale FNV, omdat hij doorhad dat de coronacrisis ernstige gevolgen zou krijgen. „Het eerste wat ik heb gedaan was FNV-voorman Han Busker bellen. Toen hebben wij tegen elkaar gezegd, we zijn dan wel ’klassenvijanden’, maar nu is het tijd voor eendracht en daadkracht.”[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691
  2.   Weblink bron “De Boer: we onderschatten de diepte van de coronacrisis” (25 apr. 2020), De Telegraaf
  NODES
Chat 1
eth 1