koestal
- koe·stal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koestal | koestallen |
verkleinwoord |
de koestal m
- (veeteelt) overdekte ruimte waarin koeien kunnen verblijven
- „Daarnaast”, weet SART-voorzitter Henk Vosmer, „hebben twee actieve boeren ons laten weten dat ze wat anders willen gaan doen met hun schuren. Ons is gevraagd de mogelijkheden voor het ombouwen naar ateliers te onderzoeken. De een stopt met het houden van varkens en de ander wil een koestal laten verplaatsen.” [2]
- Imponerend is ook de Kuhstall, in het Nederlands „koestal”. Het is een 11 meter hoge en 17 meter brede doorgang in een 24 meter dikke rotswand. De naam heeft eveneens met de Dertigjarige Oorlog te maken. Het was de plek waar de boeren hun vee voor de Zweedse soldaten verborgen. [3]
1. overdekte ruimte waarin koeien kunnen verblijven
- Het woord koestal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koestal" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 11-04-10 Stichting Art Twekkelo brengt partijen bij elkaar
- ↑ Reformatorisch Dagblad René Zeeman 28-01-2019 [https://www.rd.nl/meer-rd/consument/betoverende-rotsformaties-in-saksisch-zwitserland-1.1543654 Betoverende rotsformaties in Saksisch Zwitserland]
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be