kokkeren
- kok·ke·ren
- [1] onomatopee
- [2] frequentatief gevormd uit kokken met het achtervoegsel -er
- [3] frequentatief gevormd uit koken met het achtervoegsel -er of van kok
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kokkeren |
kokkerde |
gekokkerd |
zwak -d | volledig |
kokkeren
- Het woord kokkeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.