latte
- lat·te
vervoeging van |
---|
latten |
latte
- enkelvoud verleden tijd van latten
- Ik latte.
- Jij latte.
- Hij, zij, het latte.
- Ik latte.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | latte | lattes |
verkleinwoord | – | – |
- (verkorting) van latte macchiato
- Het woord latte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
latte v
- (spreektaal) voet, poot [1]
- (spreektaal) stapper, schoen [1]
- (spreektaal) trekje, hijs
- «Laisse-moi tirer une latte sur ta clope.»
- Geef me eens een hijs van jouw peuk. [1]
- «Laisse-moi tirer une latte sur ta clope.»
enkelvoud | meervoud |
---|---|
latte | latti |
latte m