librar
- li·brar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
librar |
libraba |
librado |
volledig |
librar
- onovergankelijk vrij hebben
- bevallen, baren
- overgankelijk bevrijden uit/van , verlossen van
- vrijstellen van,
- librar una batalla
strijd leveren
- librar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española