linnen
- lin·nen
- In de betekenis van ‘weefsel van vlas’ voor het eerst aangetroffen in 1236 [1]
- Afgeleid van linne met het achtervoegsel -en [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | linnen | linnens |
verkleinwoord |
het linnen o
- (landbouw), (kleding), (textielindustrie) product op basis van vlas
- (kleur) de kleur van linnen hebbend
- Heeft u die ook in het linnen?
- [1] lijnwaad
- [2] linnenkleur, linnenkleurig
- linnenbinding, linnengoed, linnenkamer, linnenkast, linnenkleur (2), linnenkleurig (2), linnenpapier
1. product afkomstig uit vlas
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen | linnen |
linnen
- van linnen vervaardigd
- Zij had een linnen jasje aan.
- Het woord linnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "linnen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "linnen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ linnen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)