mantel
- man·tel
- via Middelnederlands mantel van middeleeuws Latijn mantellum, in de betekenis van ‘overjas’ voor het eerst aangetroffen in 1220 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mantel | mantels |
verkleinwoord | manteltje | manteltjes |
de mantel m
- (kleding) omhullend kledingstuk
- Zij sloeg een sierlijke blauwe mantel om haar schouders en stapte naar buiten.
- ▸ Waarom Sinterklaas een nieuwe rode mantel kreeg[4]
- (techniek) omhulsel rond het eigenlijke apparaat
- Deze mantel dient enerzijds ter bescherming, maar tegelijktijd ter verwarming van het instrument.
- (tweekleppigen) benaming voor schelpdieren uit de orde Ostreoida
|
|
1. omhullend kledingstuk
3. schelpdier uit de orde Ostreoida
- Het woord mantel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mantel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "mantel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ mantel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 11
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- man·tel
- uit het Nederlands "mantel"
mantel
- man·tel
enkelvoud | meervoud |
---|---|
mantel | manteles |
mantel m
- mantel in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española