• (IPA in voorbereiding)
  • man·tel·vis·jes
enkelvoud meervoud
naamwoord mantelvisjes
verkleinwoord

de mantelvisjesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mantelvisje
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (manteldieren) een klasse Appendicularia   binnen de Tunicata   (manteldieren). Deze manteldieren zijn gekenmerkt door het permanente bezit van een staart. Bovendien kunnen ze een slijmhuisje maken. De soorten die voorkomen in Nederland zijn klein en worden daarom vrijwel alleen met planktonmonsters verzameld


  NODES