medlemsland
- med·lems·land
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
medlemsland, o
- lidstaat
- «De seks gjenværende medlemsland i Warszawapakten hadde vedtatt å oppløse organisasjonen under et møte i Budapest i februar.»
- De zes resterende lidstaten van het Warschaupact hadden besloten de organisatie tijdens een bijeenkomst in februari in Boedapest te ontbinden.
- «De seks gjenværende medlemsland i Warszawapakten hadde vedtatt å oppløse organisasjonen under et møte i Budapest i februar.»
medlemsland
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van medlemsland
- med·lems·land
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | medlemsland | medlemslandet | medlemsland | medlemslanda |
medlemsland, o
medlemsland
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van medlemsland
- med·lems·land
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
medlemsland, o
- lidstaat
- «Senast EU tog in ett nytt medlemsland var den 1 juli 2013 då Kroatien blev medlem.»
- De laatste keer dat de EU een nieuwe lidstaat binnenkwam was 1 juli 2013 toen Kroatië toetrad.
- «Senast EU tog in ett nytt medlemsland var den 1 juli 2013 då Kroatien blev medlem.»