• mi·li·eu·kun·de
enkelvoud meervoud
naamwoord milieukunde -
verkleinwoord - -

de milieukundev

  1. (wetenschap) de tak van wetenschap die het samenspel tussen organismen onderling en hun relatie met hun omgeving bestudeert
    • Sinds de jaren zestig van de twintigste eeuw heeft de milieukunde zich ontwikkeld tot een belangrijke tak van de wetenschap. 
     Om verklaringen op het gebied van de onder 3 en 4 genomede verbanden mogelijk te maken, moet men beschikken over de resultaten van een analytische wetenschap die men "milieukunde" zou moeten noemen.-- 1925[1]
  1.   Weblink bron
    Pinkhof, Meijer
    “De biologie als wetenschap”, Proefschrift RU Groningen (1925), p. 27
  NODES