• Afkomstig van het Oudengelse moþþe.
enkelvoud meervoud
moth moths

moth

  1. (vlinders) mot, nachtvlinder
    «The moth was flying around.»
    De mot vloog rond.


  • [1] Ontwikkeld uit Keltisch *moto-, mogelijk verwant aan Latijn metus m.
  • [2] Ontwikkeld uit Keltisch *muto-, verwant aan Latijn muto, mutto mpenis”.

moth m [1]

  1. verbazing, verbijstering
  2. (anatomie) penis
  1.   Weblink bron moth in: Electronic Dictionary of the Irish Language op dil.ie
  NODES