nacht
Niet te verwarren met: Nacht |
- Geluid: nacht (hulp, bestand)
- IPA: / nɑxt / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /nɑχt/
- (Vlaanderen, Brabant): /nɑxt/
- (Limburg): /nɑx/
- nacht
- In de betekenis van ‘de tijd als de zon onder is’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
|
Dit woord kent vele verwanten, wat niet in de laatste plaats vanuit de verre gemeenschappelijke oorsprong kan worden verklaard (zie het vak hiernaast)
|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nacht | nachten |
verkleinwoord | nachtje | nachtjes |
- (tijdrekening) de tijd tussen zonsondergang en zonsopkomst
- Sommige dieren zijn actief in de nacht in plaats van overdag.
- ▸ Dit zou toch niet mijn laatste nacht op aarde worden? Met zeven andere hikers zou ik de nacht in deze piepkleine ruimte van drie bij drie meter moeten doorbrengen.[3]
- ▸ 'Als je zo midden in de nacht naar beneden springt met een parachute, ja ik weet er niets van, maar ik neem aan dat het midden in de nacht moet zijn, dan ben je toch enorm bang?'Hij verzekerde haar dat hij niet bang zou zijn.[4]
- (tijdrekening) de tijd tussen het naar bed gaan en het opstaan.
- In de loop van de nacht neemt de hoeveelheid diepe slaap af en nemen lichte slaap en droomslaap toe.[5]
- (tijdrekening) de tijd tussen 12 uur 's nachts en 6 uur 's ochtends
|
- Bij nacht en ontij (werken/zijn)
Wanneer anderen slapen
- Bij nacht zijn alle katten grauw
Als het erop aankomt, is iedereen gelijk
- Komen als een dief in de nacht
Onverwacht komen
- Niet over één nacht ijs gaan
Voorzichtig te werk gaan
- Zo lelijk als de nacht
Erg lelijk
lente | voorjaar | zomer | herfst | najaar | winter | |
---|---|---|---|---|---|---|
ochtend morgen |
lenteochtend lentemorgen |
voorjaarsochtend voorjaarsmorgen |
zomerochtend zomermorgen |
herfstochtend herfstmorgen |
najaarsochtend najaarsmorgen |
winterochtend wintermorgen |
middag | lentemiddag | voorjaarsmiddag | zomermiddag | herfstmiddag | najaarsmiddag | wintermiddag |
avond | lenteavond | voorjaarsavond | zomeravond | herfstavond | najaarsavond | winteravond |
nacht | lentenacht | voorjaarsnacht | zomernacht | herfstnacht | najaarsnacht | winternacht |
dag | maandag maandags 's maandags |
dinsdag dinsdags 's dinsdags |
woensdag woensdags 's woensdags |
donderdag donderdags 's donderdags |
vrijdag vrijdags 's vrijdags |
zaterdag zaterdags 's zaterdags |
zondag zondags 's zondags |
---|---|---|---|---|---|---|---|
ochtend morgen 's ochtends 's morgens |
maandagochtend maandagmorgen maandagsochtends maandagsmorgens |
dinsdagochtend dinsdagmorgen dinsdagsochtends dinsdagsmorgens |
woensdagochtend woensdagmorgen woensdagsochtends woensdagsmorgens |
donderdagochtend donderdagmorgen donderdagsochtends donderdagsmorgens |
vrijdagochtend vrijdagmorgen vrijdagsochtends vrijdagsmorgens |
zaterdagochtend zaterdagmorgen zaterdagsochtends zaterdagsmorgens |
zondagochtend zondagmorgen zondagsochtends zondagsmorgens |
middag voormiddag namiddag 's middags |
maandagmiddag maandagvoormiddag maandagnamiddag maandagsmiddags |
dinsdagmiddag dinsdagvoormiddag dinsdagnamiddag dinsdagsmiddags |
woensdagmiddag woensdagvoormiddag woensdagnamiddag woensdagsmiddags |
donderdagmiddag donderdagvoormiddag donderdagnamiddag donderdagsmiddags |
vrijdagmiddag vrijdagvoormiddag vrijdagnamiddag vrijdagsmiddags |
zaterdagmiddag zaterdagvoormiddag zaterdagnamiddag zaterdagsmiddags |
zondagmiddag zondagvoormiddag zondagnamiddag zondagsmiddags |
avond 's avonds |
maandagavond maandagsavonds |
dinsdagavond dinsdagsavonds |
woensdagavond woensdagsavonds |
donderdagavond donderdagsavonds |
vrijdagavond vrijdagsavonds |
zaterdagavond zaterdagsavonds |
zondagavond zondagsavonds |
nacht 's nachts |
maandagnacht maandagsnachts |
dinsdagnacht dinsdagsnachts |
woensdagnacht woensdagsnachts |
donderdagnacht donderdagsnachts |
vrijdagnacht vrijdagsnachts |
zaterdagnacht zaterdagsnachts |
zondagnacht zondagsnachts |
1. de tijd tussen zonsondergang en zonsopkomst
|
|
- Het woord nacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nacht" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "nacht" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Om een stilistisch effect te bereiken wordt nacht echter soms ook vrouwelijk gebruikt: De nacht werpt haar schaduwen vooruit e.d., (De breekbare schoonheid van kathedraal van Reims, 17 januari 1990, Digibron) Opmerkelijk is verder dat de meeste verwante woorden in andere Indo-Europese talen uitsluitend vrouwelijk zijn.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628265
- ↑ Slapen, Medicinfo
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
nacht
nacht