• nacht·kluis
enkelvoud meervoud
naamwoord nachtkluis nachtkluizen
verkleinwoord

de nachtkluisv / m

  1. kluis waarin geld gedurende de nacht veilig bewaard wordt
    • Want als het duidelijk is dat het geld aan iemand toebehoort, ben je zelfs verplicht om de politie in te lichten. En dat wisten ook drie Turkse broers uit Gent. Tijdens verbouwingswerken in een pas aangekocht voormalig bankkantoor, botsten ze in 2010 op een vergeten nachtkluis. Inhoud: 300.000 euro. ‘Ik dacht er geen seconde aan om het geld bij te houden’, beweert Kaya Ferhat, en hij bracht het geld netjes naar de politie. Maar daar bleef het niet bij. Toen Dexia hen een vindersloon van 10.000 euro voorstelde, voelden de broers zich bekocht. En plots wilde ook het immokantoor een deel van de koek. ‘Als vinder had ik toch wel gerekend op een riante vergoeding’, klonk het bij Ferhat, daarin gesteund door zijn advocaat. Die beweerde dat zijn cliënt recht had op tien procent van het totale bedrag. ‘En eigenlijk zelfs op al het geld. Want hij is de vinder van een schat, die op zijn eigendom lag.’ [1] 
    • Kees van Duin, directeur van de kleine ING Bank-vestiging in Nieuw-Vennep, heeft het ruim anderhalf jaar zonder kas moeten stellen. 'We probeerden de mensen zo goed mogelijk te helpen. We gingen bijvoorbeeld met ze mee naar buiten om de pinautomaat uitte leggen. Maar bijvoorbeeld de ondernemer die geen gebruik wilde maken van de nachtkluis, moesten we toch doorverwijzen naar het rayonkantoor in Hoofddorp, als hij geld wilde storten of opnemen.'Van Duin is maandag zichtbaar in zijn sas: hij heeft zijn kas terug. De pinhater kan weer gewoon naar binnen lopen: is hij bekend bij het personeel, dan hoeft hij alleen zijn rekeningnummer te geven om zijn geld te ontvangen, is hij onbekend, dan komt de legitimatieplicht erbij. [2] 
  1. de Standaard 25 APRIL 2013 Matthias Adriaensen
  2. Volkskrant Geert Dekker 8 november 2005,
  NODES
Chat 1
orte 1