natuurgenot
- Geluid: natuurgenot (hulp, bestand)
- na·tuur·ge·not
- samenstelling van natuur en genot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuurgenot | - |
verkleinwoord |
het natuurgenot o
- het plezier dat een verblijf in de vrije natuur verschaft
- Het woord 'natuurgenot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.