neerhurken
- Geluid: neerhurken (hulp, bestand)
- neer·hur·ken
- samenstelling van neer bw en hurken ww
neerhurken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
neerhurken |
hurkte neer |
neergehurkt |
zwak -t | volledig |
- op de hurken gaan zitten
- ▸ Dr. Nop deed voor, met een ernstig gezicht, hoe de drummer neerhurkte boven de trom en heel ritmisch - `prrom, prrromm'- zijn ontlasting op het strakgespannen vel liet vallen.[2]
- Het woord neerhurken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925