ni

Baskisch

Persoonlijk voornaamwoord

ni

1. ik

Bretons

Persoonlijk voornaamwoord

ni

1. wij

Deens

Telwoord (dan)
0
1	11	10	100	103
2	12	20		106
3	13	30		109
4	14	40		1012
5	15	50		1015
6	16	60		1018
7	17	70		1021
8	18	80		1024
9	19	90		1027

Hoofdtelwoord

ni

1. negen

Verwijzingen

• ni in:
  Det Danske Sprog- og Litteraturselskab
  Den Dankse Ordbog op website:ordnet.dk

Esperanto

Uitspraak

• IPA: /ni/

Woordherkomst en -opbouw

• Van het Italiaanse noi.

Persoonlijk voornaamwoord

ni

1. wij

Frans

Uitspraak

• Geluid:  ni    (hulp, bestand)
• IPA: /ni/

Woordafbreking

• ni

Voegwoord

ni … ni …

1. noch … noch …

   «La vie c'est ni un chagrin, ni un plaisir: c'est un devoir qui faut remplir.»

   Het leven is noch droefenis, noch genoegen: het is plicht die vervuld moet worden.

ne … ni …

1. niet … en niet …, … noch …

   «Il ne boit ni ne mange.»

   Hij drinkt noch eet.

Gotisch

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Proto-Germaanse *ne

Partikel

ni

1. niet

Schrijfwijzen

• 𐌽𐌹

Afgeleide begrippen

• 𐌽𐌰𐌹𐍃𐍅𐌰𐍂𐌰𐌽 (naiswaran)

Verwante begrippen

• 𐌽𐌴(nē)
• 𐌽𐌴𐌹 (nei)
• 𐌿𐌽- (un-)

Hoogsilezisch

Uitspraak

• IPA: /ɲi/

Woordafbreking

• ni

Partikel

ni

1. nee

Antoniemen

• ja

Kasjoebisch

Persoonlijk voornaamwoord

ni

1. zij; 3e persoon meervoud

Schrijfwijzen

• òni

Verwante begrippen

jich / jejich / nich jim / jima jich nimi / nima / jima

nich òni / ni òn, òno

Luxemburgs

Uitspraak

• IPA: /niː/
• Geluid:  ni    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ni

Woordherkomst en -opbouw

• van het Middelhoogduits nie

Bijwoord

ni

1. nooit

Synoniemen

• keemol
• keemools
• nimools

Middelengels

Woordherkomst en -opbouw

• van het Angelsaksisch ne

Bijwoord

ni

1. niet

Schrijfwijzen

• ne
• ny

Verwante begrippen

• never
• non
• nought

Overerving en ontlening

• Engels: (verouderd) ne
• Schots: (verouderd) ne

Voegwoord

ni

1. noch

Overerving en ontlening

• Engels: (verouderd) ne
• Schots: (verouderd) ne

Noors

Telwoord (nor)
0
1 1	11	10	100	103
2	12	20 20	200	106
3	13	30 30	300	109
4	14	40 40	400	1012
5	15	50	500	1015
6	16	60	600	1018
7 7	17	70	700	1021
8	18	80	800	1024
9	19	90	900	1027

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /niː/

Woordafbreking

• ni

Hoofdtelwoord

ni

1. negen

Verwante begrippen

• niende

Nynorsk

Telwoord (nno)
0
1 1 1	11	10	100	103
2	12	20	200	106
3	13	30	300	109
4	14	40	400	1012
5	15	50	500	1015
6	16	60	600	1018
7	17	70	700	1021
8	18	80	800	1024
9	19	90	900	1027

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /niː/

Woordafbreking

• ni

Hoofdtelwoord

ni

1. negen

Verwante begrippen

• niande

Oudhoogduits

Uitspraak

• IPA: /ni/

Woordafbreking

• ni

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Proto-Germaanse *ne

Partikel

ni

1. niet

Schrijfwijzen

• ne

Overerving en ontlening

• Middelhoogduits: ne
  • Duits: (dialect) nee

Pools

Uitspraak

• IPA: /ɲi/
• Geluid:  ni    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ni

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Proto-Slavische *ni

Voegwoord

ni

1. (verouderd) noch

Schrijfwijzen

• ani

Partikel

ni

1. (dialect) niet

Schrijfwijzen

• nie

Toki Pona

ni in Sitelen Pona

Uitspraak

• Geluid:  ni    (hulp, bestand)
• IPA: /ni/

Woordafbreking

• ni

Woordherkomst en -opbouw

• van Kantonees 呢 (ni) "dit", "deze"

Zelfstandig naamwoord

ni

1. dit, dat

Bijvoeglijk naamwoord

ni

1. dit, dat

Spaans

Uitspraak

• IPA: /ni/

Woordafbreking

• ni

Voegwoord

ni

1. noch

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /ɲɪ/

Woordafbreking

• ni

Persoonlijk voornaamwoord

ni

1. haar, 'r; accusatief enk van ona

   «Dárky pro něho a pro ni.»

   De cadeaus voor hem en voor haar.

Opmerkingen

• Ni wordt gebruikt achter een voorzetsel, in alle andere gevallen (korte en lange vorm) wordt ji gebruikt

Synoniemen

• ji

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

Voegwoord

ni

1. (dichterlijk) noch

Schrijfwijzen

• ani

Wymysoojs

Woordafbreking

• ni

Bijwoord

ni

1. nooit

Synoniemen

• kaemöł
• nymmer

Zweeds

Uitspraak

• Geluid:  ni    (hulp, bestand)

Persoonlijk voornaamwoord

ni

1. jullie