ombrengen
- om·bren·gen
- In de betekenis van ‘doden’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
- samenstelling van om en brengen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ombrengen |
bracht om |
omgebracht |
zwak -cht | volledig |
ombrengen
- overgankelijk doden, om het leven brengen
- Hij wordt verdacht van het mishandelen en ombrengen van zijn kind.
1. doden, om het leven brengen
- Het woord ombrengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ombrengen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "ombrengen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ombrengen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be