onschuldig
- Geluid: onschuldig (hulp, bestand)
- IPA: / ɔnˈsxʏldəx / (3 lettergrepen); /ɔnˈsxʏɫdəx/
- on·schul·dig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onschuldig | onschuldiger | onschuldigst |
verbogen | onschuldige | onschuldigere | onschuldigste |
partitief | onschuldigs | onschuldigers | - |
onschuldig
- niet schuldig
- Zelfs onschuldige kinderen worden in die oorlog niet ontzien.
- ▸ Hoewel ik er vaak was geweest en de klinkende namen van Titiaan en Tintoretto achteloos door soireetjes had laten rollen, hoewel ik geroutineerd in mijn krant bleef lezen terwijl de vuurrode hogesnelheidstrein mij over de landverbinding van Mestre naar de oude stad bracht en veelbetekenend begon af te remmen, en hoewel ik mij had voorgenomen om mijn entree in de stad met een praktische instelling te benaderen en enige eventuele beroering van het gemoed uit te stellen totdat ik goed en wel was geïnstalleerd, moest ik even naar adem happen toen ik het station uit liep en het breekbare, pastelkleurige cliché van de stad aan het groene water zich onbekommerd en schijnbaar onschuldig voor mij ontvouwde.[1]
- waar geen ruzie over kan ontstaan, waar niet over nagedacht hoeft te worden
- ▸ Volgens de traditie zouden ze er nu een uur blijven zitten, noten kraken, dadels, vijgen en marsepeinen varkentjes eten en misschien wat conserveren over de geslaagde kerstcadeaus, de heerlijke schapenworst uit Osteroy en meer van dat soort onschuldige onderwerpen.[2]
1. niet schuldig
- Het woord onschuldig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onschuldig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 21
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
onschuldig
- onschuldig; niet schulding
onschuldig
- onschuldig; niet schulding