ooststation
- Geluid: ooststation (hulp, bestand)
- oost·sta·ti·on
- samenstelling van oost en station
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ooststation | ooststations |
verkleinwoord | ooststationnetje | ooststationnetjes |
het ooststation o
- (spoorwegen) het station dat in het oosten van een stad gelegen is en soms ook een kopstation met sporen enkel in oostelijke richting
- Het ooststation was toe aan een verbouwing na 30 jaar gebruik.
- Het woord 'ooststation' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.