opeisen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  opeisen    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈɔpɛːsə(n)/

Woordafbreking

• op·ei·sen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  op bw  en  eisen ww 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
opeisen	eiste op	opgeëist
zwak -t	volledig

Werkwoord

opeisen

1. overgankelijk eisen dat iets of iemand waarop men recht heeft, wordt overgegeven

   • Argentinië eist de Falklandeilanden op, die het Verenigd Koninkrijk toebehoren. 

Synoniemen

• opvorderen

Afgeleide begrippen

• opeiser
• opeising

Vertalingen

    eisen dat iets of iemand waarop men recht heeft, wordt overgegeven   

Duits: fordern (de) Engels: claim (en)

Frans: exiger (fr), réclamer (fr), revendiquer (fr) Italiaans: esigere (it), rivendicare (it) Zweeds: fordra (sv)

Gangbaarheid

• Het woord opeisen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opeisen" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.