opspannen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van opspannen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | opspannen | op te spannen | ||||||||
toekomend | zullen opspannen op zullen spannen |
te zullen opspannen op te zullen spannen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben opgespannen | te hebben opgespannen | ||||||||
toekomend | opgespannen zullen hebben | opgespannen te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
opspannend | opgespannen | ev. span op |
mv. verouderd spant op |
spanne op (bijzin) opspanne | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | span op | spant op | spant op | spant op | spant op | spannen op | spannen op | spannen op | |||
verleden (o.v.t.) | spande op | spande op | spande op | spande op | spande op | spanden op | spanden op | spanden op | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal opspannen | zult/zal opspannen | zult/zal opspannen | zult opspannen | zal opspannen | zullen opspannen | zullen opspannen | zullen opspannen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou opspannen | zou opspannen | zou(dt) opspannen | zoudt opspannen | zou opspannen | zouden opspannen | zouden opspannen | zouden opspannen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | opspan | opspant | opspant | opspant | opspant | opspannen | opspannen | opspannen | |||
verleden (o.v.t.) | opspande | opspande | opspande | opspande | opspande | opspanden | opspanden | opspanden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal opspannen op zal spannen |
zult/zal opspannen op zult/zal spannen |
zult/zal opspannen op zult/zal spannen |
zult opspannen op zult spannen |
zal opspannen op zal spannen |
zullen opspannen op zullen spannen |
zullen opspannen op zullen spannen |
zullen opspannen op zullen spannen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou opspannen op zou spannen |
zou opspannen op zou spannen |
zou(dt) opspannen op zou(dt) spannen |
zoudt opspannen op zoudt spannen |
zou opspannen op zou spannen |
zouden opspannen op zouden spannen |
zouden opspannen op zouden spannen |
zouden opspannen op zouden spannen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb opgespannen | hebt opgespannen | hebt/heeft opgespannen | hebt opgespannen | heeft opgespannen | hebben opgespannen | hebben opgespannen | hebben opgespannen | |||
verleden (v.v.t.) | had opgespannen | had opgespannen | had opgespannen | hadt opgespannen | had opgespannen | hadden opgespannen | hadden opgespannen | hadden opgespannen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal opgespannen hebben | zal/zult opgespannen hebben | zult/zal opgespannen hebben | zult opgespannen hebben | zal opgespannen hebben | zullen opgespannen hebben | zullen opgespannen hebben | zullen opgespannen hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou opgespannen hebben | zou opgespannen hebben | zou/zoudt opgespannen hebben | zoudt opgespannen hebben | zou opgespannen hebben | zouden opgespannen hebben | zouden opgespannen hebben | zouden opgespannen hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm opgespannen worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt opgespannen | er is opgespannen | |||||||||
verleden | er werd opgespannen | er was opgespannen | |||||||||
toekomend | er zal opgespannen worden | er zal opgespannen zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou opgespannen worden | er zou opgespannen zijn | |||||||||
lijdende vorm opgespannen worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | opgespannen worden | opgespannen te worden | ||||||||
toekomend | opgespannen zullen worden | opgespannen te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | opgespannen zijn | opgespannen te zijn | ||||||||
toekomend | opgespannen zullen zijn | opgespannen te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word opgespannen | wordt opgespannen | wordt opgespannen | wordt opgespannen | wordt opgespannen | worden opgespannen | worden opgespannen | worden opgespannen | |||
verleden (o.v.t.) | werd opgespannen | werd opgespannen | werd opgespannen | werdt opgespannen | werd opgespannen | werden opgespannen | werden opgespannen | werden opgespannen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal opgespannen worden | zult opgespannen worden | zult opgespannen worden | zult opgespannen worden | zal opgespannen worden | zullen opgespannen worden | zullen opgespannen worden | zullen opgespannen worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou opgespannen worden | zou opgespannen worden | zou/zoudt opgespannen worden | zoudt opgespannen worden | zou opgespannen worden | zouden opgespannen worden | zouden opgespannen worden | zouden opgespannen worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben opgespannen | bent opgespannen | bent/is opgespannen | zijt opgespannen | is opgespannen | zijn opgespannen | zijn opgespannen | zijn opgespannen | |||
verleden (v.v.t.) | was opgespannen | was opgespannen | was opgespannen | waart opgespannen | was opgespannen | waren opgespannen | waren opgespannen | waren opgespannen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal opgespannen zijn | zult opgespannen zijn | zult opgespannen zijn | zult opgespannen zijn | zal opgespannen zijn | zullen opgespannen zijn | zullen opgespannen zijn | zullen opgespannen zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou opgespannen zijn | zou opgespannen zijn | zou/zoudt opgespannen zijn | zoudt opgespannen zijn | zou opgespannen zijn | zouden opgespannen zijn | zouden opgespannen zijn | zouden opgespannen zijn |