paardenkastanje
- Geluid: paardenkastanje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpardə(n)kɑsˌtɑɲə / (5 lettergrepen)
- paar·den·kas·tan·je
- samenstelling van paard zn en kastanje zn met het invoegsel -en- , omdat de voor mensen oneetbare vrucht wel werd gebruikt als veevoer [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paardenkastanje | paardenkastanjes |
verkleinwoord | - | - |
- (bloemplanten) een geslacht Aesculus van ruim twintig soorten loofbomen. De paardenkastanje komt op het noordelijk halfrond voor, voornamelijk in Noord-Amerika, Zuidoost-Europa (Albanië en Griekenland), de Himalaya, China en Japan. De paardenkastanje is een kensoort voor het onderverbond Ulmenion carpinifoliae van het verbond van els en gewone vogelkers (Alno-padion)
- (plantkunde) vrucht van een loofboom uit het geslacht Aesculus
- paardekastanje (officiële spelling tot 2006)
- paardekastanje (officiële spelling tot 2006)
1. geslacht van bladrijke bomen, Aesculus
- Het woord paardenkastanje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] paardenkastanje in het Nederlands Soortenregister N
- [1] paardenkastanje op Wikidata