per
Niet te verwarren met: Per |
- per
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in 1579 [1]
- [2]
per
- door middel van, met
- Per fiets, per boot.
- Per post, per sms.
- volgens, op basis van
- Lijsten van musea per land.
- over een periode van, over een afstand van.
- Driemaal per dag.
- 5 liter per 100 kilometer.
- met ingang van, vanaf
- De nieuwe wet wordt per 1 januari 2007 van kracht.
- De trainer werd per direct ontslagen.
- door, wegens
- Per ongeluk.
- Per abuis.
- kilometer per uur, meter per seconde, meters per seconde, pay-per-view, per omgaande, per ommegaande, per os, per se
1. door middel van
- Het woord per staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "per" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "per" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ per op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Leenwoord uit het Nederlands
per
- per; door middel van, met
- per; volgens, op basis van
- per; over een periode van, over een afstand van
- per; door, wegens
per
- per
per
- per; door middel van, met
- «Peter versandte den Brief per Post.»
- Peter verzond de brief per post.
- «Peter versandte den Brief per Post.»
- per; over een periode van, over een afstand van
- «Heute hat es fast zwanzig Liter per Quadratmeter geregnet.»
- Vandaag heeft het bijna 20 liter per vierkante meter geregend.
- «Heute hat es fast zwanzig Liter per Quadratmeter geregnet.»
- per
- van het Nederlands "per"
per
- per (in het Nederlands een voorzetsel)
- «tujuh puluh kilometer per jam;»
- tachtig kilometer per uur
- «tujuh puluh kilometer per jam;»
per
- tussen twee getallen om een breuk aan te geven, gedeeld door, per
- «lima per enam»
- vijf zesde
- «lima per enam»
- voor
- «Satu per satu mereka masuk ke toilet»
- Eén voor één gingen ze naar het toilet.
- «Satu per satu mereka masuk ke toilet»
- door middel van, per
- «Anda juga dapat memesan per telepon.»
- U kunt ook bestellen per telefoon.
- «Anda juga dapat memesan per telepon.»
- [1] (Telwoord) setiap
- [1] (Voorzetsel) bagi
- [2] (Voorzetsel) demi
- [3] (Voorzetsel) dengan, lewat, melalui, via
- per
- [1] (Voorzetsel) van het Nederlands "per"
- [1] (Zelfstandig naamwoord) van het Nederlands "peer"
- [2],[3] (Zelfstandig naamwoord) van het Nederlands "veer"
per
- met ingang van, vanaf, per
- «Peraturan itu berlaku per 1 Agustus tahun ini.»
- Deze regelgeving is van kracht vanaf 1 augustus dit jaar.
- «Peraturan itu berlaku per 1 Agustus tahun ini.»
per
- [1] (Voorzetsel) mulai, sejak
- [2] (Zelfstandig naamwoord) bohlam, bola lampu, lampu busur, lampu pijar
- [3] (Zelfstandig naamwoord) pegas, paha belalang
pĕr + accusatief
per
- per; door middel van, met
per
per
- IPA: /pɛr/
- per
per
per
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord prát