ploegenspel
- Geluid: ploegenspel (hulp, bestand)
- ploe·gen·spel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ploegenspel | ploegenspelen ploegenspellen |
verkleinwoord |
het ploegenspel o
- (sport) de tactiek van sportploegen in een (wieler)wedstrijd
- Het woord ploegenspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jessica Merkens“Op eigen houtje” (2023), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026360930
- ↑ Maarten Kolsloot“De Raboploeg” (2021), Inside, ISBN 9789048855094