• plog
vervoeging van
ploggen

plog

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ploggen
    • Ik plog. 
  2. gebiedende wijs van ploggen
    • Plog! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ploggen
    • Plog je? 
  NODES