röntgenen
- rönt·ge·nen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
röntgenen |
röntgende |
geröntgend |
zwak -d | volledig |
röntgenen
- overgankelijk doorlichten met röntgenstraling
- De pijp werd eerst geröntgend om te zien of de las wel goed was.
- Het woord röntgenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "röntgenen" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be