schoolteam
- Geluid: schoolteam (hulp, bestand)
- school·team
- samenstelling van school zn en team zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schoolteam | schoolteams |
verkleinwoord |
het schoolteam o
- (sport) (onderwijs) sportteam waarvan de leden op één school onderwijs krijgen
- ▸ Mordecai en ik zwommen die herfst twee middagen in de week met het schoolteam, plus elke derde zaterdag wanneer er wedstrijden waren op plaatselijk niveau.[1]
- (onderwijs) de mensen die samen het onderwijs verzorgen op een school
- ▸ De Stichting LeerKRACHT is vijf jaar geleden begonnen als een initiatief vanuit het bedrijfsleven. "We proberen inzichten uit het bedrijfsleven over te brengen op leraren. Die zijn soms geneigd alles zelf te willen doen. Maar ze kunnen misschien beter hulp vragen aan collega's. Iedereen heeft andere kwaliteiten, maak daar als schoolteam goed gebruik van."[2]
- Het woord schoolteam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)“Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
- ↑ Weblink bron “Vooral in het onderwijs steeds meer overwerk” (24-07-2018), NOS