Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Schot
1 enkelvoud meervoud
naamwoord schot schoten
verkleinwoord schotje
schootje
schotjes
schootjes
2 enkelvoud meervoud
naamwoord schot schotten
verkleinwoord schotje schotjes
3 enkelvoud meervoud
naamwoord schot schoten
verkleinwoord - -


  • schot

schot

  1. o: het afvuren van een projectiel
  2. o: een afscheidende tussenwand
     De tafels zijn hoopvol gedekt voor het diner, maar truckersrestaurant Le Mistral straalt een zekere mismoedigheid uit. Een kapotte ruit is vervangen door een houten schot. Op de parkeerplaats ter grootte van een voetbalveld staat een handjevol vrachtwagens.[2]
  3. (veeteelt) v: vrouwelijk rund dat tweemaal gekalfd heeft
  • een schot in de roos
iets dat precies juist is; het juiste
•  Ik analyseer emoties en gedrag altijd al graag, dus deze ontmoeting was een schot in de roos voor mij. [3] 
•  Toen ik in december met een tennisarm worstelde (rsi bestaat niet meer) raadde de dokter me aan te gaan schrijven met pen en papier. Dat bleek een schot in de roos. Verhalen opzetten op een begrensd stuk papier werkt efficiënter dan in het wilde weg tikken in een oneindig Word-document, waar je gedachten alle kanten op kunnen dwalen en de delete-knop de meest gebruikte toets is. [4] 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. "schot" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2.   Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  3. Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
  4. NRC Marc Hijink 15 maart 2016
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  NODES
see 1