• sneeuw·pop
enkelvoud meervoud
naamwoord sneeuwpop sneeuwpoppen
verkleinwoord sneeuwpoppetje
sneeuwpopje
sneeuwpoppetjes
sneeuwpopjes

de sneeuwpopv / m

  1. een pop die gemaakt is van sneeuw
    • De kinderen besloten een sneeuwpop te gaan maken. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  NODES