softdrug
- soft·drug
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘niet-verslavende drug’ voor het eerst aangetroffen in 1973 [1]
- samenstelling van soft en drug [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | softdrug | softdrugs |
verkleinwoord | - | - |
de softdrug m
- drug met geringe verslavende werking
- Het woord softdrug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "softdrug" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "softdrug" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ softdrug op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be