• stem·pelt
vervoeging van
stempelen

stempelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stempelen
    • Jij stempelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stempelen
    • Hij stempelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stempelen
    • Stempelt! 
  NODES