theatershow
- Geluid: theatershow (hulp, bestand)
- the·a·ter·show
- samenstelling van theater en show
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | theatershow | theatershows |
verkleinwoord | theatershowtje | theatershowtjes |
- een uitvoering in een theater
- De theatershow van de zangeres trok volle zalen.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord theatershow staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.