toezenden
- toe·zen·den
- samenstelling van toe bw en zenden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
toezenden |
zond toe |
toegezonden |
klasse 3 | volledig |
toezenden [1]
- met de post iets ergens naartoe sturen
- (figuurlijk) als hierboven maar dan via een andere kanaal dan de post
- De burgemeester wil de Enschedese Nicolien met het bericht steun, inspiratie en kracht toezenden. Hij hoopt dat ze haar doel bereikt.[2]
- Behalve Velders wijst Nature onder meer Alexandra Elbaykan uit Kazachstan aan als wetenschappelijke smaakmaker van 2016. Zij zette de website Sci-Hub op waar wetenschappers elkaar artikelen toezenden die formeel alleen voor betalende abonnees op tijdschriften toegankelijk zijn.[3]
1. iets ergens naartoe sturen
- Het woord toezenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toezenden" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 27-NOVEMBER-2016,
- ↑ Volkskrant Martijn van Calmthout 19 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be