tweezits
- twee·zits
stellend | |
---|---|
onverbogen | tweezits |
verbogen | |
partitief | tweezits |
tweezits
- geschikt om er met twee personen op te zitten, geschikt om met twee personen te gebruiken
- Begin jaren 90 begon BMW met de ontwikkeling van de BMW Z3, een nieuwe tweezits sportwagen. Die auto zou er in eerste instantie als roadster komen en later zou dan een coupévariant volgen.[1]
- Alpine is terug. Het roemruchte sportwagenmerk uit Frankrijk komt met een remake van de auto waar het succesverhaal in de jaren ’60 allemaal mee begon, de A110. De nieuwe deelt niet alleen zijn naam, maar heeft ook dezelfde looks. Autovisie-redacteur Dries van den Elzen gaat op pad met de lichtgewicht tweezits sportcoupé, waarbij de focus ligt op heel veel rijplezier. Hoe goed is de nieuwe sportieve Fransoos?[2]
- Het woord tweezits staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tweezits" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ de Telegraaf 03 mrt. 2018 VIDEO - De BMW die bijna niet had bestaan
- ↑ de Telegraaf DRIES VAN DEN ELZEN 05 dec. 2017 VIDEO - Betaalbare sportwagen uit Frankrijk
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be