vaalgeel
- vaal·geel
- samenstelling van vaal en geel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vaalgeel | |
verkleinwoord |
het vaalgeel o
- (kleur) een vaal geworden kleur geel
- Heeft u die ook in het vaalgeel?
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vaalgeel | vaalgeler | vaalgeelst |
verbogen | vaalgele | vaalgelere | vaalgeelste |
partitief | vaalgeels | vaalgelers | - |
vaalgeel
- (kleur) de kleur vaalgeel hebbend
- Hij rijdt in een vaalgele auto.
- Het woord vaalgeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vaalgeel" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)