• veel·om·vat·tend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen veelomvattend veelomvattender veelomvattendst
verbogen veelomvattende veelomvattendere veelomvattendste
partitief veelomvattends veelomvattenders -

veelomvattend [1]

  1. dat iets heel veel zaken betreft
    • ‘De opwarming van de aarde is zo belangrijk en veelomvattend. Het zou iedere dag op de voorpagina moeten staan. Toch gebeurt dat zelden’, zegt Rusbridger. ‘Ik dacht: wat kunnen we doen om onze lezers wakker te schudden?’[2] 
    • Verder beloofde de premier om voor het eind van dit jaar met een veelomvattend plan te komen om de vergrijzing tegen te gaan. Het gaat daarbij om investeringen in educatie, productiviteit en wijzigingen in het pensioenstelsel.[3] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 5 DECEMBER 2016
  3. Tubantia Sonny in 't Zandt 23-OKTOBER-2017
  NODES