verdagen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verdagen    (hulp, bestand)
• IPA: / vərˈdaɣə(n) / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• ver·da·gen

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘tot een andere dag uitstellen’ voor het eerst aangetroffen in 1201
• afgeleid van dag met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verdagen	verdaagde	verdaagd
zwak -d	volledig

Werkwoord

ˈverdagen'

1. overgankelijk (juridisch) een zitting opschorten tot een nadere datum

   • Er werd besloten de zitting te verdagen. 

Verwante begrippen

• aanhouden, uitstellen, verschuiven

Afgeleide begrippen

• verdager, verdaging

Vertalingen

    1. een zitting opschorten tot een nadere datum   

Catalaans: ajornar (ca) Duits: vertagen (de) Engels: adjourn (en) Frans: ajourner (fr)

Italiaans: aggiornare (it) Portugees: adiar (pt) Spaans: aplazar (es)

Gangbaarheid

• Het woord verdagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verdagen" herkend door:

86 %	van de Nederlanders;
92 %	van de Vlamingen.