vleermuizen
- Geluid: vleermuizen (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- vleer·mui·zen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vleermuizen | |
verkleinwoord |
de vleermuizen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord vleermuis
- meervoudsvorm als officiële benaming (zoogdieren) een orde Chiroptera van kleine zoogdieren die zich actief door de lucht kunnen voortbewegen. Deze dieren hebben vleugels die bestaan uit een vlieghuid, opgespannen tussen de vingers van hun voor- en achterpoten en hun staart. De kleinste soorten zijn 2,9 tot 3,4 centimeter lang, wegen 2,0 tot 2,9 gram en hebben een spanwijdte van 15 centimeter; de grootste soorten (vleerhonden) wegen 1,6 kilogram en hebben een spanwijdte van 1,7 meter. Wereldwijd zijn er ruim 1200 soorten beschreven
- [2] zie de categorie: Vleermuizen in het Nederlands
- [2] bladneusvleermuizen van de Nieuwe Wereld, bladneusvleermuizen van de Oude Wereld, bulvleermuizen, furievleermuizen, gladneuzen, hazenlipvleermuizen, hechtschijfvleermuizen, hoefijzerneuzen, klapneusvleermuizen, Nieuw-Zeelandse vleermuizen, plooilipvleermuizen, reuzenoorvleermuizen, schedestaartvleermuizen, spleetneusvleermuizen, trechteroorvleermuizen, vleerhonden, zuigschijfvleermuizen
- Ceylonese vleermuisparkiet, Filipijnse vleermuisparkiet, Indische vleermuisparkiet, Javaanse vleermuisparkiet, Molukse vleermuisparkiet, rode vleermuisvis, ronde vleermuisvis, Schlegels vleermuisparkiet
- groene vleermuisparkiet, vleermuisbloem, vleermuisbrander, vleermuiscoronavirus, vleermuisguano, vleermuishol, vleermuishotel, vleermuisman, vleermuismouw, vleermuisonderzoek, vleermuisoor, vleermuisparkiet, vleermuisrog, vleermuistuig, vleermuisvalk, vleermuisvis, vleermuisvissen, vleermuisvleugel, vleermuisvlinder, vleermuiswouw, vleermuizengrot, vleermuizenhotel
- Het woord vleermuizen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.