vormbehoud

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vormbehoud    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vorm·be·houd

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  vorm zn  en  behoud zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vormbehoud
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vormbehoud o

1. (sport) het nog steeds zo goed kunnen presteren als de keer dat men zich gekwalificeerd heeft om deel te nemen aan een wedstrijd

   ▸ De rechtbank stelde vast dat Zonderland op het Testevent in januari inderdaad geen vormbehoud getoond heeft en Wammes wel. Zonderland zal de komende maanden alsnog aan die eis moeten voldoen.

   ▸ Luuk Verbij is dicht bij deelname aan de Olympische Spelen. De judobond maakte namelijk bekend dat de judoka onlangs in Parijs vormbehoud heeft getoond en daarmee aan de nationale eisen voor afvaardiging naar Londen heeft voldaan.

Gangbaarheid

• Het woord vormbehoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.