weerhaan
- weer·haan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weerhaan | weerhanen |
verkleinwoord | weerhaantje | weerhaantjes |
de weerhaan m
- (meteorologie) windwijzer in de gedaante van een haan
- iemand die met alle winden meewaait en voortdurend zijn standpunt wijzigt; een onstandvastig, wispelturig persoon; een huichelaar; een meeloper, een draaikont
- Het woord weerhaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weerhaan" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ weerhaan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be