wegenbouwer
- Geluid: wegenbouwer (hulp, bestand)
- we·gen·bou·wer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegenbouwer | wegenbouwers |
verkleinwoord | wegenbouwertje | wegenbouwertjes |
de wegenbouwer m
- Het woord wegenbouwer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.